Het college besluit na een zorgvuldige afweging geen Parkvilla te bouwen op de beoogde locatie in het nog te ontwikkelen Waterfrontpark in Harderwijk.
Beide moties zijn technisch uitvoerbaar. Maar, zo stelt het college, er kleven veel nadelen aan die voor de omgeving, de kwaliteit en de planning niet gewenst zijn.Dit besluit wordt nu voorgelegd aan de gemeenteraad. In december gaf de gemeenteraad het college via twee moties de opdracht mee de Parkvilla lager en op een andere plek in het park te bouwen
Het college wil de Parkvilla, zoals gevraagd in de eerste motie, niet verplaatsen naar de zuidzijde. Verplaatsing betekent een nieuw aangepast bestemmingsplan en een nieuw onderzoek naar de molenbiotoop. Deze procedure brengt een groot risico op vertraging in de gebiedsontwikkeling en problemen in de uitvoering met zich mee. Deze onzekerheid in de planontwikkeling heeft grote gevolgen. Niet alleen voor de Parkvilla maar ook voor de Kop van de Stadswerven en daarmee voor het hele Waterfront.
Daarbij ontneemt de villa het zicht op het Waterfrontpark en wordt het gebruik van het park negatief beïnvloed. Het college hecht grote waarde aan een goede stedenbouwkundige opzet. Bouwen op de nieuwe locatie vindt het college niet wenselijk.
Op basis van diezelfde argumenten zijn de ontwikkelende partijen ook tegen de verplaatsing van de Parkvilla en beoordelen zij de uitvoering van deze motie als onhaalbaar.
Hoogteaccent overbodig
Ook loopt het college niet warm voor de tweede motie, waarin de raad vraagt om de hoogte van de villa te verlagen naar 23 meter. Het ooit gewenste hoogteaccent met een slanke Parkvilla, zoals vastgesteld in het Beeldkwaliteitsplan 2013, verdwijnt daarmee. Op andere plekken in het Waterfront (langs de N302) wordt bovendien hoger gebouwd om te kunnen voldoen aan de grote vraag naar betaalbare woningen. De tijd haalt ons in, ook in het Waterfront. Dit maakt een hoogteaccent in het park nu overbodig.
Voor het park betekent dit meer ruimte voor groen en speel-, beweeg- en ontspanningsplekken. We komen zo tegemoet aan de wens van de bewoners van het Zuidereiland zonder de belangen van de bewoners van de Havendam/Binnenstad uit het oog te verliezen.
Wethouder Edwin Enklaar: “Als gemeentebestuur zagen we graag uit stedenbouwkundig oogpunt een hoog gebouw. Nu de tijd ons inhaalt en er op andere plekken in het Waterfront zelfs hoger wordt gebouwd, vind ik het niet langer gepast hieraan vast te houden. Zeker gezien de forse weerstand vanuit de samenleving. In dit geval de inwoners en ondernemers in en rond het plangebied. Zij willen geen hoog appartementengebouw. Maar liever een groter park en meer (speel)ruimte. Dus zijn we op zoek gegaan naar alternatieven.”
Twee appartementengebouwen Burgemeester de Meesterstraat
Het verlies aan bouwprogramma wordt gecompenseerd in fase 3 van het Waterfront. Het college stelt voor twee appartementengebouwen aan de Burgemeester de Meesterstraat daarvoor in te zetten.
Wethouder Edwin Enklaar: “Gelukkig kunnen we dit verlies aan bouwprogramma compenseren in fase 3 van het Waterfront. Twee gebouwen in de plannen voor fase 3 zetten we daarvoor in. Een prima alternatief waarmee ook de projectontwikkelaar uit de voeten kan. Het college zet in deze langlopende discussie nu een belangrijke stap naar een oplossing waar iedereen zich volgens mij in kan vinden.”