Per 1 januari 2023 zijn de vergoedingsbedragen voor verblijfskosten bij dienstreizen van ambtenaren gewijzigd. De verblijfskostenvergoedingen zijn deels vrijgesteld.
Vergoedt u meer dan deze bedragen, dan kunt u het bovenmatige deel tot het loon van de werknemer rekenen of als eindheffingsloon aanwijzen.U kunt deze bedragen gebruiken voor werknemers die wat hun uitgaven betreft vergelijkbaar zijn met ambtenaren op dienstreis
Binnenlandse dienstreizen
Hieronder vindt u de vergoedingen voor verblijfkosten die gelden vanaf 1 januari 2023.
- Lunch: vergoeding € 19,06 (waarvan vrijgesteld: € 11,14)
- Avondmaaltijd: vergoeding € 28,84 (waarvan vrijgesteld: € 27,97)
- Logies: vergoeding € 143,97 (waarvan vrijgesteld: € 142,42)
- Ontbijt: vergoeding € 14,06 (waarvan vrijgesteld: € 14,06)
- Kleine uitgaven overdag: vergoeding € 6,34 (waarvan vrijgesteld: € 5,66)
- Kleine uitgaven ’s avonds: vergoeding € 18,91 (waarvan vrijgesteld: € 11,32)
De vergoeding voor verblijfkosten is voor de gemaakte kosten voor maaltijden, logies en kleine uitgaven tijdens uw dienstreis.
Om in aanmerking te komen voor de vergoeding gelden de volgende voorwaarden:
- de dienstreis duurt minimaal 4 uur en
- • de bestemming van de dienstreis ligt in een andere gemeente of op minimaal een kilometer afstand van uw eigen werklocatie.
Bij buitenlandse dienstreizen is de vergoeding afhankelijk van de tijdelijke verblijfplaats. Deze verblijfskostenvergoedingen zijn gericht vrijgesteld.
Tip: Voor de vergoedingen gelden nadere voorwaarden. Deze vindt u in de toelichting bij de bepalingen uit de CAO Rijk over binnenlandse en buitenlandse dienstreizen.