Door Harry Schipper – Harderwijker Joz Brummans, is afgelopen woensdagochtend op 73-jarige leeftijd overleden.
Joz Brummans schreef onder zijn pseudoniem Michel Martinus tal van dichtbundels en enkele boeken en genoot in Harderwijk grote bekendheid, onder andere als de eerste stadsdichter van Harderwijk
Brummans had het goed voor met zijn stad Harderwijk. Vooral op cultureel gebied. Sinds hij in 1986 samen met Enoch Justus, Peter Geraerdts, Jos Kunne, René van der Hoofd, Hein Burger en zijn vrouw Tiny de literair culturele stichting (vanaf 1992 ‘kring’) Apollo oprichtte, wist hij als voorzitter en bestuurslid decennia achtereen belanghebbende Nederlandse schrijvers en dichters naar Harderwijk te halen.
Onder hen Heere Heeresma, Marion Bloem, Jan Siebelink, Drs. P., Bernlef, Arnon Grunberg, Gerrit Komrij Tim Krabbé, Jan Wolkers, Hannes Meinkema, Ivo de Wijs, Driek van Wissen, Marjolein Kool, Joost Zwagerman, Yvonne Keuls, Kader Abdollah, , Rosita Steenbeek, Armando, Yvonne Kroonenberg Marjan Berk en Maarten ’t Hart. Om er maar een paar te noemen.
Ook Vlaamse auteurs als Hubert Lampo, Hugo Claus, Clem Schouwenaars en Herman Brusselmans maakten zo kennis met Harderwijk en haar inwoners. Steevast konden zij rekenen op een gastvrij onthaal, niet zelden bij Joz en zijn vrouw Tiny thuis, in ‘Huize Apollo’, toen het echtpaar nog aan de Stadsdennenweg woonde. Of de auteurs brunchten of dineerden met Apollo bestuursleden én bezoekers in een lokaal restaurant of café.
Joz en Tiny maakten het bezoek van de auteurs aan Harderwijk zo vaak tot een onvergetelijke ervaring. Daarbij zetten ze en passant onze stad nog eens blinkend in de belangstelling. Brummans onderhield met de meesten van hen ook nog eens contact, wat niet zelden leidde tot een soms jarenlang durende briefwisseling.
Apollo groeide zo in de jaren tachtig en negentig mede door zijn inspanningen uit tot een van de meest bekende en meest actieve literaire verenigingen van Nederland. Door een samenwerking met de literaire vereniging Literatuur op Zondag in het Vlaamse Diest, kreeg Apollo zelfs over de landsgrenzen bekendheid. Dat mondde uit in jaarlijkse bezoeken van groepen Harderwijkse literatuurminnaars aan Diest en tegenbezoeken van de leden van de Vlaamse zustervereniging.
Samen met de andere bestuursleden van Apollo organiseerde aanjager Brummans in die periode veel culturele activiteiten, zoals lezingen, voordrachten, exposities en open podia en theater- en kunstfestivals. Ook hierbij zocht hij graag de samenwerking op met andere lokale organisaties, bij elkaar meer dan twintig.
Op verschillende plaatsen in de Harderwijkse binnenstad liggen grote tegels met dichtregels van zijn hand. De tegels, waarop ook (dicht)regels van andere bekende dichters en prozaïsten staan, vormen onderdeel van de Harderwijkse poëzieroute ‘Dichter bij de stad’, óók al een initiatief van Brummans, die daarvoor de samenwerking opzocht met de VVV.
In 2007 werd Brummans onder zijn pseudoniem Michel Martinus door toenmalig burgemeester John Berends benoemd tot de allereerste stadsdichter van Harderwijk. Ook van het stadsdichterschap was Brummans – samen met Dim van Rhee – initiatiefnemer. Hij schreef vele tientallen gedichten over de stad, maar ook vele honderden geïnspireerd op werken van een hele reeks beeldende kunstenaars, zowel uit Harderwijk als ver daarbuiten. Zijn werk is terug te vinden in veel boeken die de kunstenaars over hun werk maakten. Andersom ging het ook: Menig dichtbundel van Michel Martinus bevat illustraties van kunstenaars.
Zijn brede belangstelling voor het culturele maatschappelijke leven in Harderwijk viel van meet af in de smaak bij de vele vrienden die hij in de loop van zijn leven maakte. Zijn altijd gebleven Limburgse accent – Brummans werd geboren in Venlo, nota bene geboren op de elfde van de elfde – zijn grenzeloze gastvrijheid, welbespraaktheid, warme persoonlijkheid én zijn grote snor, maakten hem daarbij extra charmant.
Brummans kwam in 1974 naar Harderwijk vanwege zijn werk: hij was als beroepsmilitair didactisch begeleider en onderwijsontwikkelaar op de ‘spionnenschool’, ook wel ‘sectie stiekem’ genoemd. In die tijd schreef de jonge adjudant al gedichten, die hun weg vonden in blaadjes van het leger.
Brummans debuteerde in 1983 onder zijn pseudoniem Michel Martinus (zijn geboortenamen) met zijn dichtbundel Ultima Thule. Geïnspireerd door zijn eerste publieksoptreden in 1986 in een Haags café besloot hij zelf een literaire club in Harderwijk op te richten. Dat werd dus Apollo, die in ’t Klooster zondichtmiddagen organiseerde en later ook goedbezochte optredens van dichters met open podia in zijn toenmalige lievelingscafé ’t Nippertje aan de Smeepoortstraat, schuin tegenover de grote kazernepoort.
Zijn eerste roman, Het Duivelskruis, waaraan hij vijftien jaar had gewerkt, verscheen in 2006,. Dichten ging hem sneller af. Menigmaal luisterde hij feesten en verjaardagen op met een zelfgemaakt gedicht, dat hij tijdens het feest declameerde. Ook bij het overlijden van vrienden van hem maakte hij vaak een gedicht.
Brummans ontving voor zijn verdiensten voor de Harderwijkse samenleving meermaals een onderscheiding. Hij won in 1994 al de Harderwijkse Kultingprijs. In 2009 ontving hij de Erespeld van Harderwijk. In 2018 werd Joz Brummans benoemd tot Lid in de Orde van Oranje Nassau. Bij die gelegenheid prees burgemeester Harm Jan van Schaik Brummans voor ‘zijn uitzonderlijke inzet van meer dan dertig jaar voor de culturele ontwikkeling van Harderwijk’. “Brummans kan gezien worden als een belangrijke verbinder, die in staat is gebleken het culturele leven in de stad naar een hoger plan te tillen”, aldus Van Schaik.
Joz Brummans wordt dinsdag in kleine kring begraven. Harderwijk verliest in hem een warm mens die voor onnoemlijk veel inwoners van bijzondere betekenis was en menigeen wist te inspireren om meer te gaan lezen, zelf te gaan schrijven en te doen zoals hij: alles uit het leven te halen wat er in zit.