Veilig Verkeer Nederland, afdeling Harderwijk en de gemeente Harderwijk krijgen regelmatig meldingen over gevaarlijke verkeerssituaties. VVN ontwikkelt instrumenten om zelf iets te doen aan de verkeersveiligheid in de buurt.
Speciaal voor de inwoners van Harderwijk is deze quiz om jou te attenderen op enkele, soms onoverzichtelijke verkeerssituaties in de gemeente Harderwijk.
Test hieronder jouw verkeerskennis
Vraag 1: De Waterstadboulevard in HarderwijkJe rijdt op de Waterstadboulevard in de wijk het Waterfront in Harderwijk. De hele wijk is een verblijfsgebied. Hoe hard mag je hier rijden?
a. Maximaal 15 km per uur
b. Maximaal 30 km per uur
c. Maximaal 50 km per uur
Vraag 2: Je reactietijd, de remweg en de stopafstand
Je rijdt 30 km per uur. Hoe lang is de stopafstand als je plotseling moet stoppen?
a. ca. 10 meter
b. ca. 13 meter
c. ca. 15 meter
Vraag 3: Je verdubbelt de snelheid. Wat is het effect op de stopafstand?
Je verdubbelt de snelheid. Wat is het effect op de stopafstand?
a. De stopafstand blijft even lang
b. De stopafstand wordt 2 x zo lang
c. De stopafstand wordt 4 x zo lang
Vraag 4: Schoolomgeving Laan 1940 – 1945 Harderwijk
Je rijdt vlak bij een school in Harderwijk. Hoe hard mag je hier rijden ?
a. Ik mag hier maximaal 30 km/u rijden
b. Ik mag hier 30 km/u rijden maar pas de snelheid aan als er kinderen buiten zijn
c. Ik mag hier maximaal 50 km per uur rijden en let extra goed op
Vraag 5: Stedenmeen Stadsweiden
Je rijdt in de wijk Stedenmeen een 30 km zone in ,met links en rechts afslagen naar (woon-) erven met blauwe borden. Hoe hard mag je hier rijden?
a. Maximaal 15 km per uur
b. Maximaal 30 km per uur op deze weg. Op de (woon-)erven met blauwe borden maximaal 15 km.
c. Maximaal 30 km per uur, het is een 30 km zone.
Vraag 6: Stedenmeen Stadsweiden kruising met (woon-)erf
Je rijdt op de Stedenmeen en nadert een kruising met een (woon-)erf. Wie heeft hier voorrang?
a. De fietser van rechts heeft hier voorrang
b. De zijstraat is een woonerf dus ik heb als auto hier voorrang
c. Ik let goed op of de fietser mij wel ziet en beslis dan of ik voorrang neem
Vraag 7: Schippersmeen Stadsweiden kruising
Je rijdt op de Schippersmeen in een 30 km zone. Wie heeft hier voorrang?
a. De fietsers van rechts hebben in een 30 km zone voorrang
b. Er is sprake van een uitrit constructie dus doorgaande auto’s hebben voorrang
c. De Schippersmeen is de hoofdontsluiting voor autoverkeer en heeft dus voorrang
Vraag 8: Voorrang Hogeweg Kuipwal
De jongen met de bruine jas wil linksaf de Hogeweg in. De auto rechtdoor op de Kuipwal. Er steekt een meisje met de fiets over de Kuipwal. Wat is de volgorde van voor laten gaan?
a. Meisje op de fiets, auto, jongen met bruine jas op de fiets
b. Auto, jongen met bruine jas op de fiets, meisje op de fiets
c. Meisje op de fiets, jongen met bruine jas op de fiets, daarna de auto
Vraag 9: Kruispunt Westeind - Vitringasingel
De rode auto wil linksaf buigen op het kruispunt Westeinde Vitringasingel. Wat is de volgorde bij het voor gaan?
a. Fietser, rode auto, blauwe auto
b. Rode auto, blauwe auto, fietser
c. Ik ben hier met de rode auto doorgaand verkeer en heb dus voorrang. Daarna de fietser en tot slot en blauwe auto.
Vraag 10: Als iedereen zich aan de snelheidslimiet zou houden. Wat kunnen we dan bereiken?
a. 10 % minder slachtoffers
b. 20 % minder slachtoffers
c. 30 % minder slachtoffers
Wil je ook je eigen verkeerskennis nog verder testen, doe dan ook de gratis online opfriscursus
Antwoorden
Vraag 1
Het goede antwoord is b.Deze nieuwbouwwijk bij de haven is ingericht als verblijfsgebied: een zgn. 30 km zone. Een maximum snelheid van 30 km/uur is wel zo veilig. Zeker in deze kinderrijke buurt. Maar behalve meer verkeersveiligheid betekent die lagere snelheid ook minder lawaai en minder uitlaatgassen. Diverse bewoners van de Waterstadboulevard vinden het gevaarlijk als automobilisten met een te hoge snelheid over de stoep moeten uitwijken voor elkaar.
Je kunt zien dat je een 30 km zone binnenkomt aan het zonebord. Binnen de 30 km zone gelden verder de normale verkeersregels. De kruispunten zijn in principe gelijkwaardig. Dat wil zeggen dat alle bestuurders (ook fietsers en bromfietsers) van rechts voorrang hebben.
Soms kunnen in een 30 km zone ook voorrangskruispunten voorkomen. Let dus in een 30 km zone wel altijd goed op eventuele voorrangsborden en haaientanden.
Vraag 2
Het goede antwoord is b.Het lijkt een klein verschil in snelheid, 30 of 50 kilometer per uur rijden. Maar het kan het verschil tussen leven en dood betekenen. Stel: je rijdt in je auto door een 30 km zone. Plotseling rent 13 meter verder een kind of een hond de weg op. Natuurlijk rem je direct, maar je hebt toch gemiddeld 1 seconde reactietijd.
Bij 30 km/uur ben je dan ruim 8 meter verder. Voor het remmen zèlf heb je nog ruim 4 meter nodig. Dat betekent dat je vlak voor zo’n kind of het hondje stilstaat.
Dan loopt het gelukkig goed af.
Vraag 3
Het goede antwoord is c.Rijd je 50 km/uur of harder, dan leg je in die seconde reactietijd bijna 14 meter af. Je bent dus al bij het kind of de hond voordat je ook maar met remmen bent begonnen. De kans op een ongeluk met letsel is bij 30 km/uur veel kleiner dan bij 50 km/uur. Als er bij die lage snelheid toch iets mis gaat, is de kans op ernstig letsel ook veel kleiner.
Vraag 4
Het goede antwoord is b.De snelheid van 30 km/uur is maximaal toegestaan. Maar soms is langzamer dan 30 km/u veel verstandiger, bijvoorbeeld in de buurt van scholen of kwetsbare verkeersdeelnemers.
Vraag 5
Het goede antwoord is b.Op (woon-)erven is de verblijfsfunctie het meest nadrukkelijk aanwezig. Auto’s en andere motorvoertuigen zijn op het erf ‘te gast’. Ze hebben hier niets te zoeken, tenzij ze hun bestemming of vertrekpunt binnen het erf hebben. .
Aan het begin van een erf staat het bekende rechthoekige blauwe bord met de witte symbolen. Vanaf dat punt mag je met de auto niet harder dan stapvoets rijden (15 km).
Dat is zeker nodig, want in erven zijn meestal geen trottoirs en voetgangers (dus ook spelende kinderen) mogen de weg over de volle breedte gebruiken. Parkeren mag je op een erf alleen in de aangegeven vakken.
Vraag 6
Het goede antwoord is a.Dit is een gelijkwaardige kruising dus heeft de fietser van rechts hier voorrang. Op de Stedenmeen zijn kruispunten in de afgelopen jaren wel veranderd. Op sommige kruispunten is sprake is van een duidelijke uitritconstructie vanaf het woonerf. Dan moeten de zijstraten wel voorrang verlenen.
Vraag 7
Het goede antwoord is b.Dit is geen gelijkwaardige kruising want er is hier een uitritconstructie gemaakt. Het trottoir loopt door, dus in dit geval heeft een fietser en ook een automobilist van rechts geen voorrang. Alle zijwegen van de Schippersmeen zijn op dezelfde manier uitgevoerd, dus nergens heeft verkeer van rechts daar voorrang.
Vraag 8:
Het goede antwoord is a.Het meisje op de fiets die hier de Kuipwal wil oversteken heeft voorrang. Dat kun je zien aan de voorrangsborden en de haaientanden op de weg. Voetgangers die een zebra naderen moet je altijd voorrang verlenen. De auto gaat rechtdoor en heeft voorrang voor de fietser met bruine jas die links af wil slaan.
Veel fietsers nemen hier bij het oversteken ook voorrang als ze links af willen slaan. Dat klopt niet en is gevaarlijk.
Veel inwoners, ook buurtbewoners ervaren dit als een gevaarlijke oversteek.
Vraag 9
Het goede antwoord is a.Dit is een voorrangskruising. Op het fietspad en gelijk na de bocht hebben fietsers en voetgangers op de zebra voorrang. Dit is met haaientanden op het wegdek aangegeven.
Vraag 10
Het goede antwoord is c.Bij 30 % van de verkeersongevallen met slachtoffers speelt een te hoge snelheid een rol. Het ongeluk was niet gebeurd of gunstiger afgelopen als de bestuurders zich aan de snelheidslimiet hadden gehouden.
Dus…… logisch toch, dat u zich aan de snelheidslimiet houdt!
Foto's zijn gemaakt door Petra Lievense