Een jongensdroom is het nooit geweest, de politiek “Die dromen gingen eigenlijk alleen over mooie doelpunten.”

Door Petronella van het Goor - Zijn vrouw gelooft niet meer dat hij het ooit wat rustiger aan gaat doen. Henk Vermeer heeft zijn scheidsrechtersfluitje dan wel tijdelijk aan de wilgen gehangen, waardoor de weekenden vrij zijn van verplichtingen, maar daar tegenover staat dat hij van maandagochtend tot donderdagavond, “soms wel tot vrijdagavond”, in de kost is in Den Haag. 

Overdag is hij in de Tweede Kamer voor de BBB, de avonden in het hotel zijn gevuld met leeswerk en soms vergaderingen

“Tineke en ik bellen elke avond even. Ik ben helemaal geen beller, maar het is belangrijk om elkaars dag te horen.” De vrijdagavond is heilig, dat weten de partijgenoten ook. “Dan gaan Tineke en ik uit eten en luiden we samen het weekend in.”
 
De nieuwe werkplek was voor het thuisfront even wennen. “Vooral het verschil tussen wat ze over mij zeggen en wat ze zelf van mij horen, is een lastige.” Henk heeft daar persoonlijk weinig last van. Hij ziet het eerder als een uitdaging. “Hoe zorg ik voor dat tegengeluid, hoe draai ik die publieke opinie om?"

Of Den Haag hem veranderd heeft? “Ik denk het niet, volgens mijn vrienden en familie ook niet.” Als zij zouden zeggen van wel, dan moet hij daar iets mee. Hij heeft het afgelopen jaar wel ervaren dat je voor dit werk lekker in je vel moet zitten. “Je bent een publiek figuur, iedereen heeft wel een mening over je. Dat moet niet onder je huid kruipen.” Hij vergelijkt zijn rol als lid van de Tweede Kamer met zijn rol als scheidsrechter bij het amateurvoetbal. “Je doet het nooit voor iedereen goed.” Hij zit nog net zo lekker in zijn vel als vorig jaar, maar merkt wel dat het werk veel energie kost. “Dit moet je geen dertig jaar doen.” De hoeveelheid werk, de intensiteit, het valt niet tegen, maar het is wel veel meer dan hij dacht. “Dat kun je niet simuleren vooraf.” Het ligt ook wel aan hemzelf, geeft hij eerlijk toe.”Ik trek het werk naar me toe, duik overal op. Ik zou een tandje minder kunnen doen, maar dat past niet bij me.” De noodzaak van reces ziet hij nu wel in. “Vroeger vond ik dat overdreven, alle schoolvakanties vrij. Nu kijk ik ernaar uit.”
 
Van HA naar BBB
Er zijn veel mensen, Harderwijkers vooral, die de overgang van het sociale Harderwijk Anders naar de BBB en deze coalitie niet begrijpen. En dat zeggen ze tegen Henk. Via de socials of over de app. “Hen zou ik willen vragen: ‘denk je dat ik anders ben? Dat mijn normen en waarden anders zijn dan toen. Als dat antwoord ‘nee’ is, dan moeten ze toch begrijpen dat ik daar op mijn plek ben. Dat aan mijn normen en waarden geen afbreuk wordt gedaan. Dat ik er niet had gezeten als dat wel zo was. Stel me dan vragen over wat je niet snapt. Dan kan ik het uitleggen.” Een samenwerking kan niet zonder compromissen. “Maar ik doe geen dingen waar ik echt niet achter kan staan.” Het akkoord dat er nu ligt, vindt hij acceptabel, daar kan hij mee leven. “Maar dat betekent niet dat als ik het in mijn eentje voor het zeggen had, het zo ook ging gebeuren. En dat onderscheid moeten mensen maken. Het compromis in de groep en de persoonlijke mening.” Wat hij zelf anders had gedaan? “Ik had de bezuinigingen graag wat socialer gezien.” Hoe hij met zichzelf in het reine blijft? “Door te blijven vertellen wat ik er zelf van vind, naast dat wat ik heb afgesproken.” Of dat wel mag? “Dat bepaal ik zelf, ik ga over mijn eigen woorden.” Minder open is hij niet geworden. “Wel minder naïef en nog alerter dan ik al was.” Hij probeert altijd te zeggen wat hij denkt. “Want daar zal ik niet zo snel spijt van hebben en het is niet moeilijk te onthouden.”
 
Hij heeft het afgelopen jaar veel geleerd. “Gruwelijk veel.” Dat had hij ook wel verwacht. Hij zegt dat zijn hoofd geschikt is voor dit werk. “Nieuwe informatie neem ik op als een spons en ik vertrouw erop dat het er wel uitkomt als het nodig is.” Een jongensdroom is het nooit geweest, de politiek. “Die dromen gingen eigenlijk alleen over mooie doelpunten.” Doelmatig, planmatig is hij nooit geweest. Niet toen hij een eigen bedrijf had en ook niet met Harderwijk Anders. De politiek was een gat waar hij in sprong, een kans die zich op het juiste moment voordeed. “En volgens mij past het wel bij me, ik voel me er oké.” Als een relatief nieuwe politicus in een partij die nog maar vijf jaar geleden werd opgericht, houdt hij de waarschuwingen en ervaringen van een LPF en een FvD in gedachten. “We bepalen zelf onze strategie en doen dat voor de langere termijn, we willen geen eendagsvlieg zijn.”
 
Proberen de goede dingen te doen
Of hij de komende drie jaar met vertrouwen tegemoet ziet? “Ik denk dat het hele heftige tijden zijn, qua geopolitiek, energietransitie, asiel en migratie, de landbouw die onder druk staat en de oorlogen. Na dertien jaar Rutte heeft de kiezer om een ommezwaai geroepen en die roept heel veel weerstand op. Ik vind het ingewikkeld dat partijen die nu in de oppositie zitten als doel lijken te hebben het kabinet kapotmaken.

Terwijl het doel moet zijn Nederland beter maken.” Hij vindt het lastig om altijd ‘beducht’ te zijn op de tegenstander, hun strategie. En hij begrijpt niet waarom ze het per definitie oneens zijn met wat hij op Twitter zegt. “Terwijl ik weet dat ik met de Partij van de Dieren, of Groen Links - PvdA best wel raakvlakken heb. Het is alsof ik dan met alles in ‘het verkeerde kamp’ zit.” Hij weet niet zo goed waar het mee te maken heeft. “Kunnen ze de nederlaag of het niet winnen niet verkroppen? Vinden ze dat je met een partij als de PVV gewoon niet kunt regeren? Dat is dan een beetje hypocriet, want met een motie willen ze de stemmen wel”

Henk zegt als BBB mee te zijn gegaan met de oproep van de meerderheid; voor Nederland een kabinet vormen en proberen de goede dingen te doen. “Ik denk dat dat belangrijker is dan ‘ik wil wel met Jantje, maar niet met Pietje. Alleen met gelijkgestemden een regering willen vormen, vind ik ondemocratisch. De cancelcultuur, daar heb ik een gruwelijke hekel aan. Dan kies ik eerder voor de gecancelde dan voor de cancelaar." 
 
Zonder de BBB was er volgens hem geen kabinet geweest. Dat durft hij wel te stellen. “Wij hebben steeds voor de verbinding gezorgd, alles bespreekbaar gemaakt. Want wij nemen geen blad voor de mond, benoemen waardeloos gedrag. Maar dan wel binnenskamers en niet tegen de pers.”

Volgens Henk kun je geen goede discussie voeren als je het vertrekpunt van de ander niet kent of wilt horen. En opnieuw komt daar de vergelijking met voetbal. “Ik wil van de trainer horen wat zijn of haar plan is. Dan pas kun je zien of een wedstrijd goed gegaan is of niet, dat meet je niet af aan alleen de uitslag. Als het plan van de trainer is om de verdediging op orde te krijgen en je verliest met 1-0 in plaats van met 6-0, dan is het een goede wedstrijd geweest. Dan is het gelukt. Maar dat kun je pas zeggen als je het vertrekpunt weet. Anders heb je gewoon verloren.”
 
De komende drie jaar
Als alles goed gaat en iedereen blijft zitten, heeft dit kabinet nog drie jaar te gaan. Wat wil Henk in die jaren bereiken? “Ik wil heel graag de rekenmodellen van het Centraal Plan Bureau herzien. Tijdens de bezuinigingsronde hebben we gebruik gemaakt van die rekenmodellen, maar ze zijn heel beperkt. Ze houden geen rekening met het geld dat uiteindelijk verdiend wordt door in te zetten op preventie. Neem het eigen risico, dat wilden wij afschaffen. Omdat we het principieel onjuist vinden dat mensen de dokter vermijden, omdat ze het eigen risico niet kunnen betalen, maar ook omdat de zorg die ze uiteindelijk nodig hebben na al dat wachten, vaak veel duurder is. Een nieuwe knie in plaats van fysiotherapie bijvoorbeeld. De rekenmodellen nemen dat niet mee, zij laten alleen zien wat het ‘kost’ als we de eigen bijdrage afschaffen of verlagen. En niet alleen voor de zorg gaat dit op, ook in onderwijs loont het volgens de modellen niet om te investeren. Korte termijn denken is dat.” Hij wil dat die rekenmodellen op de schop gaan. “De modellenwerkelijkheid is totaal geen weergave van de menselijke realiteit. Dat moet anders.” Dat wordt een hele strijd, weet Henk, “maar die ga ik de komende jaren graag aan. Dat wordt mijn missie.”

Henk Vermeer