Man en vrouw zijn gehuwd in gemeenschap van goederen. De man vertrekt in 2013. In augustus 2016 spreekt de rechtbank de echtscheiding uit. Vastgelegd wordt dat 1 januari 2014 geldt als peildatum.
In de aangifte inkomstenbelasting rekent de vrouw de eigen woning voor 100% aan zichzelf toe. De Belastingdienst corrigeert dat en rekent de woning voor 50% aan haar toe. Mevrouw en haar ex-partner waren gedurende 2016 immers ieder voor 50% juridisch eigenaar van een woning.De echtelijke woning komt vanaf 1 januari 2014 voor rekening en risico van de vrouw, als zij deze per 1 januari 2017 juridisch kan overnemen. Dat is het geval. Komt de woning fiscaal per 1 januari 2016 voor 100% of voor 50% aan de vrouw toe?
De rechter stelt de vrouw in het gelijk. Uit de echtscheidingsbeschikking volgt dat de waardeverandering van de woning vanaf 1 januari 2014 volledig voor rekening en risico van de vrouw komt, behoudens in de situatie dat ze de woning per 1 januari 2017 niet zou kunnen overnemen. Deze situatie heeft zich echter niet voorgedaan.
Daarnaast is in de echtscheidingsbeschikking bepaald dat de vrouw vanaf 1 januari 2014 alle lasten van de woning voor haar rekening neemt, hetgeen in praktijk ook is gebeurd.
Daarmee staat vast dat de vrouw met ingang van 1 januari 2014 de volledige economische eigendom van de woning heeft. Op basis van de wet moet de woning bij de vaststelling van de belastbare inkomsten uit eigen woning voor 100% aan haar worden toegerekend. De omstandigheid dat ze in 2016 slechts voor 50% juridisch eigenaar van de woning was, doet daar niet aan af.
Tip: De fiscale regelgeving rond echtscheiding is ingewikkeld. De Belastingdienst gaat ook wel eens de fout in, zoals blijkt uit deze uitspraak. Soms kunt u in overleg vanuit gezamenlijk eigenbelang beiden fiscaal voordeel behalen door de feitelijke, economische en juridische gang van zaken tijdig bij te sturen. Raadpleeg daarom op tijd uw fiscaal adviseur, als een echtscheiding aanstaande is.
Bron: Redactie Accountantsportal