Door Petronella van het Goor - Er is de laatste maanden veel te doen geweest om de havengelden in Harderwijk. De stijging ervan (voor sommigen was dat een prijsstijging van 300 procent) is voor een aantal booteigenaren reden geweest om te verhuizen naar een andere haven.
De ene wethouder zou hebben gezegd dat voor hen alles voorlopig bleef zoals het was. De ander was net bezig met het implementeren van een rekentool, waardoor niets zou blijven zoals het was. In een brief aan de raad leggen wethouders Mazier en Pijnenburg het nog een keer uit.Ook was er onduidelijkheid over de stijging van havengelden voor historische schepen
Dat de havengelden in Harderwijk zouden stijgen, is niet nieuw. “Al in 2021, nog in de vorige raadsperiode, is daar een amendement voor aangenomen. De havengelden moesten stapsgewijs naar 100% kostendekkend in 2025 en dat geldt ook voor de historische schepen”, aldus wethouder Wilco Mazier. Destijds (2021) zat het havengeld op 50% kostendekkend. “We gingen de afgelopen jaren van 75% naar 90% en dit jaar naar 100%.”
Eerlijk speelveld
De havengelden zijn bedoeld voor het havenkantoor, de bemensing, het onderhoud van bruggen en sanitaire voorzieningen. “Eigenlijk alles met betrekking tot de haven.” Jaarlijks zijn de èchte kosten meer dan een miljoen euro, zegt Mazier. De gebruikers van de haven zijn verantwoordelijk voor 700.000 euro. “Maar we willen via havengelden in totaal 600.000 euro bij hen ophalen. Daarbij trekken we niemand het vel over de neus en laten we niemand betalen voor wat ze niet gebruiken.” De nieuwe rekenmethode voor het vaststellen van de hoogte van het havengeld, moet daarvoor zorgen. “Sommigen maken gebruik van de bruggen, anderen weer van het sanitair. Dat hebben we echt uitgeplozen en daarmee hebben we een eerlijk speelveld gecreëerd", aldus Mazier. Dat pakt voor de een beter uit dan voor de ander. “Maar als je nu veel meer betaalt dan voorgaande jaren, heb je eigenlijk alle voorgaande jaren niet betaald voor wat je gebruikte. Zo kun je het ook zien.”
Historische schepen
Volgens de wethouder is de hele discussie voortgekomen uit het samenvallen van twee projecten. Het project ‘ligplaatsen historische schepen’, waarvoor wethouder Pijnenburg verantwoordelijk is. En de havengelden, die hij zelf in zijn portefeuille heeft. “Toen Martijn begin oktober de vraag kreeg of het havengeld voor de historische schepen zou wijzigen, heeft hij gezegd: ‘voor zover nu bekend, blijft het havengeld intact zoals het nu is’. Martijn wist niet dat ik bezig was met een andere rekenmethode voor de havengelden en dat er voor elke gebruiker dingen zouden veranderen.” Die uitspraak van wethouder Pijnenburg is voor de eigenaren van historische schepen een soort toezegging geweest, dat er niets zou veranderen. “Maar dat kan een portefeuillehouder helemaal niet doen omdat het vaststellen van tarieven is voorbehouden aan de gemeenteraad”, aldus de wethouder in de brief aan de gemeenteraad.
Niet wachten op subsidie
In een aantal gevallen moeten havengebruikers door deze rekenmethode wel een hele grote stap maken. “Dan ging het om een stijging tot wel 300%. Met name bij de eigenaren van historische schepen en dat komt mede door het formaat.” Het kan zijn dat er voor die groep straks een subsidie mogelijk is. Maar het college is niet van plan te wachten met de geplande verhoging tot het erfgoedbeleid is vastgesteld en er mogelijk subsidie kan worden aangevraagd. “Elke havengebruiker gaat betalen voor het gebruik van de haven. Anders is het niet eerlijk”, aldus Mazier.