Fikse gemeentesubsidie om succes Marius van Dokkum-museum te borgen

Door Harry Schipper – Wat burgemeester en wethouders van Harderwijk betreft, krijgt de Stichting Stadsmuseum Harderwijk dit jaar bovenop de jaarlijkse structurele gemeentesubsidie een subsidie van 230.000 euro als bijdrage in de kosten voor de verbouwing van het toekomstige onderkomen van het Marius van Dokkum-museum aan de Academiestraat.

Het Stadsmuseum kan volgend jaar maximaal nog eens 230.000 euro extra krijgen als het er onverhoopt niet in slaagt om het benodigde geld voor de herhuisvesting van het museum via nog aan te boren fondsen en subsidiegevers binnen te halen

De gemeenteraad moet nog het besluit van B en W goedkeuren. B en W voorzien geen beletsels, ondanks de stevige ombuigingsoperatie van de gemeente om een dreigend tekort van ruim twaalf miljoen euro op te vangen, omdat het rijk alle gemeenten in ons land kort. “Tja, dat is echt wel een uitdaging”, stelt cultuurwethouder Martijn Pijnenburg, “maar voor de Stichting Stadsmuseum Harderwijk willen we als gemeente toch bijspringen. De verhuizing van het Marius van Dokkum-museum is echt noodzakelijk. Het museum trok afgelopen jaar maar liefst 150.000 bezoekers. Dat is natuurlijk fantastisch, ook voor de stad. Maar zulke bezoekerstallen kan het museum op de plek waar ze nu zit niet meer aan. Er stonden geregeld lange rijen buiten en grote groepen kunnen ze al helemaal niet kwijt. Als we nu niks doen, gaan we ten onder aan ons eigen succes. Dan loopt het museum en daarmee ook onze stad imagoschade op en dat willen we natuurlijk niet.“

De mogelijkheid om te verhuizen naar het veel grotere pand aan de even verderop gelegen Academiestraat – waarin vroeger een tijdlang Cultuur.Uit was gevestigd – paste daarom perfect in de plannen. Ook al omdat het oude pand in het Hortuspark zo langzamerhand te klein werd voor alle kunstwerken die Marius van Dokkum maakt. Door een enorme gift van de Vriendenloterij van maar liefst 700.000 euro, kwam veel samen. Wel moeten er dan nog meer subsidiegevers meedoen, luidde de voorwaarde. Stichting Stadsmuseum diende daarom ook een subsidieverzoek in bij de gemeente voor 230 duizend euro dit jaar en volgend jaar nog eens zo’n bedrag in de vorm van een garantstelling: mocht het niet lukken om nog meer geld in te zamelen bij landelijke en regionale fondsen.

Wethouder Pijnenburg is hierover hoopvol. Hij wijst op directeur Corien van der Meulen en curator Sofie van Steenderen van het Stadsmuseum: “Als je ziet wat die twee al wisten te bereiken als het gaat om fondsenwerving. Als die ergens goed in zijn, dan is het wel om geld uit de markt te halen. Een gouden duo.” Pijnenburg zwaait in dit verband ook lof toe aan gemeentelijk adviseur erfgoed, Mark Bouw, die volgens hem het ‘gouden duo’ de meest geschikte fondsen onder hun aandacht bracht en van nuttige tips voorzag.

Het geld is dus nodig om het nieuwe pand, een beschermd rijksmonument, geschikt te maken als museum. Daarbij ging men ervan uit dat het in een bouwkundig goed staat zou zijn. Tijdens het strippen van de muren, oude plafonds en voorzetwanden bleek echter dat de oude vloerbalken verrot zijn en het muurwerk in een dermate slechte staat verkeert, dat het uit veiligheidsoogpunt zelfs gestut moet worden. Een domper voor de museale aspiraties, die daardoor fikse vertraging dreigen op te lopen. Maar ook voor pandeigenaar het Burger Weeshuis is het balen. Voorzitter Jan ter Steeg van het regentencollege van het Burger Weeshuis noemt het ‘een fikse tegenvaller’. Deze week spreekt hij met een monumentenarchitect om te bespreken hoe de restauratie van het pand moet worden aangepakt en wat daarvan de geschatte kosten zijn. “Voordat we beginnen moet er eerst een plan liggen, een omgevingsvergunning aangevraagd en een aanbesteding plaatsvinden. Dus ik verwacht dat we pas halverwege volgend jaar aan de slag kunnen. En dan heb ik het enkel over het casco.”

De kosten voor deze ‘casco-restauratie’ komen dus voor rekening van het Burger Weeshuis. “Of dat gevolgen heeft voor onze liefdadigheidsactiviteiten voor de stad? Dat weet ik niet. Het kan inderdaad wel gevolgen hebben”, vermoedt Ter Steeg. “Maar we doen ons uiterste best om het museum er zo snel mogelijk in te krijgen.”

Klooster Harderwijk