Door Harry Schipper - De gemeente Harderwijk wil het fonds voor startersleningen spekken met een extra miljoen euro.
B en W vragen daarom de raad om het miljoen beschikbaar te stellen om daarmee het nu zo goed als lege fonds weer bij te vullen. Harderwijk steunt al sinds 2013 eerste kopers van een woning met een starterslening.Door het succes is het fonds nu bijna uitgeput en zonder het gemeentelijk miljoen kunnen er in de toekomst geen nieuwe starters een financieel steuntje in de rug krijgen bij het aankopen van een huis
Daarmee mogen eerste kopers een huis kopen dat maximaal 435.000 euro kost. Dat bedrag is gelijk aan de grens waaronder ze een woning met een nationale hypotheek-garantie (NHG) kunnen verkrijgen.
Het fonds, dat officieel Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn) heet, vult zich op de duur vanzelf weer door de rente en aflossing die de starters moeten terugbetalen, net als bij een reguliere hypotheek. Maar de startersleningen zijn zó populair, dat het sneller leeg raakt dan dat het zich weer vult. Dat is ook de reden dat er vorig jaar mei ook al extra geld in werd gestort. Toen ging het om een bedrag van 600 duizend euro.
In de tussenliggende tijd konden er 28 starters, meest stellen, met hulp van een starterslening met succes een huis kopen in de gemeente Harderwijk. Gemiddeld leenden ze 33.657 euro. Dat bedrag zit vlakbij de 35 mille die je maximaal mag lenen. Die zes ton was trouwens al binnen een half jaar op, zodat het sinds oktober vorig jaar heel lastig was om nog een starterslening te krijgen. Over heel 2023 konden in totaal 34 starters een starterslening krijgen.
B en W wil zoveel mogelijk starters blijven helpen bij het kunnen kopen van een huis. Zeker omdat er in de komende tijd weer veel woningen in nieuwbouwprojecten worden opgeleverd. Met een miljoen extra in het fonds verwacht de gemeente weer een jaar vooruit te kunnen.
Omdat het geld vanzelf weer terugvloeit in het fonds, raakt Harderwijk het geld niet kwijt. Wel betekent het storten van een miljoen dat het geen rente meer oplevert als het op de gemeentelijke bankrekening was blijven staan. Bij de huidige rente loopt de gemeente daardoor toch jaarlijks zo’n 37.500 euro aan rente-bijschrijving mis.