Door Harry Schipper – De coronacrisis hakt er stevig in. Ook bij de bruine vloot van Harderwijk en de twee historische schepen de Meridiaan en de Vrijheid die in Harderwijk liggen afgemeerd.
Stam doelt daarmee op de keuringen die de vierhonderd in Nederland nog varende historische chartervaartuigen om de zoveel jaar moeten ondergaan. Samen met het groot onderhoud kosten die vaak tienduizenden euro’s. Geld dat de schippers en eigenaren niet meer kunnen ophoesten, omdat al hun inkomsten zijn weggevallen.“Het water staat ons echt tot aan de lippen”, vertelt schipper en eigenaar Ruud Stam van de 117 en 224 jaar oude zeilschepen, die bij het Dolfinariumeiland liggen afgemeerd. “Er dreigt voor Nederland een culturele ramp.”
“Maar het is meer dan een geldkwestie”, legt Stam uit.
“De meeste mensen weten dat niet, maar als je de keuring voor een schip laat verlopen, mag je er niet meer mee varen. Wil je het weer in de vaart brengen, dan moet je schip aan de allernieuwste eisen voldoen en dat kan gewoon niet met een historisch schip. Die komen dus niet meer in de vaart en gaan als cultureel erfgoed voor Nederland verloren. Want zonder chartervaarten zijn er voor die schepen ook geen inkomsten meer. Dan resteert enkel nog sloop”.
De Harderwijkse schipper kon een groot deel van het jaar geen tochten meer over het Markermeer, het IJsselmeer en de Wadden maken. Tot 1 juli lag hij noodgedwongen aan de kade. Daarna kon hij door strenge coronaregelgeving telkens maar heel mondjesmaat gasten aan boord nemen. “Het regende annuleringen. En de groepjes betalende passagiers die nog wel mee wilden, waren te weinig om uit de kosten te komen. “Ik heb een uitkering moeten aanvragen. Dat is toch triest”, constateert de Harderwijkse ondernemer.
Het kabinet beloofde in augustus vijftien miljoen euro aan steun aan de schippers, maar die hebben daarvan nog niets gezien. “Ik moet voor de keuring en het onderhoud aan de Meridiaan nog 38 duizend euro aan de werf betalen. Volgend jaar februari moet de Vrijheid worden gekeurd. Ik ga maar uitstel aanvragen, want er is nu geen geld voor. En dat geldt ook voor mijn collega’s. Ik zie gebeuren dat op deze manier straks driekwart van de historische vloot voorgoed verdwijnt”.
De coronapijn is bij de Harderwijker Botterstichting ook voelbaar.
“Het afgelopen jaar hebben we geen tochten kunnen maken”, vertelt voorzitter Dennis van Oeveren van de Harderwijker Botterstichting. “Veel van onze vrijwilligers zijn al op leeftijd, dus dat konden we niet van hen verlangen. Onze inkomsten zijn dus weggevallen. We hadden dit jaar maar honderd euro aan inkomsten. Normaal is dat toch wel zo’n twintig tot dertig duizend euro. Dus ja; we teren nu flink in.”
“Gelukkig hebben we net vorig jaar van de gemeente een flinke bijdrage ontvangen om noodzakelijk onderhoud en restauratie aan onze vier botters uit te kunnen voeren. Dat doen onze vrijwilligers zoveel mogelijk zelf”. Van Oeveren cijfert voor dat er per boot jaarlijks wel voor zo’n twaalfduizend euro aan onderhoudskosten gemaakt moeten worden om ze varend te houden. “Door Covid zijn onze inkomsten weggevallen, maar tegelijk zijn zaken in een stroomversnelling terechtgekomen. Zo doen we zoveel mogelijk restauratie en onderhoud zelf. We investeren in onze vrijwilligers en vooral ook kennis. We proberen nu ook om zelf aan hout te komen, want dat is voor ons altijd een grote kostenpost. De boswachters van Ermelo en Harderwijk helpen ons om geschikte bomen te vinden. En we willen straks ook inkomsten genereren uit een bottermuseum. De spullen daarvoor hebben we al van het Stadsmuseum overgedragen gekregen”.
Ook Harderwijker Wim van den Berg, die naast zijn catering- en poliersbedrijf via botterhuren.nl en met hulp van zo’n twintig vrijwilligers vier historische botters in de vaart houdt, heeft het ‘echt héél zwaar’. “We hadden het vorig jaar net helemaal voor elkaar, met onderhoud en nieuwe zeilen van echt katoen en hadden er dus enorm veel zin in. Maar net in maart kwam corona en konden we niks meer. Van de zomer hebben we gelukkig toch nog een klein beetje kunnen varen en in september hebben we zelfs nog heel leuk gedraaid, totdat het weer helemaal stil viel. Ik denk dat we qua omzet op zeventig procent van vorig jaar uitkomen”.