Door Petronella van het Goor - Hij noemt het 'de grootste zeper ooit', het verlies van zijn vader. "Dit is het jaar vol eerste keren. Voor het eerst zonder pa naar de markt in Winschoten, zijn favoriete markt. Ik kan hem daar zo uittekenen in mijn hoofd, als jonge kerel."
"Toen was het teveel om in ons op te nemen. De spons zat vol. Nu kan ik een beetje terugkijken, kom wat meer aan mezelf toe." Dat komt volgens Peter ook omdat hij snel in de verzorgende rol kruipt. "Als je bezig bent met hoe het met een ander gaat, kijk je niet naar jezelf. Dat is ergens gemakkelijk, maar het moet toch een keer. En dan komt de dreun."In de weken na het overlijden van Dries, op 27 januari 2021, zijn Peter, zijn familie en het team bedolven onder medeleven en herinneringen aan Dries
Bijna tien maanden geleden, maar toch als de dag van gisteren. Peter hoeft zijn ogen maar dicht te doen en hij is weer daar. "Een half uur ervoor was hij nog bij me. Ik was geopereerd aan mijn meniscus en daarom al een paar dagen niet op de zaak geweest. We misten elkaar. Hij heeft nog gespeeld met Jona en reed in de palingbus weer naar de zaak. Jona zwaaide hem nog uit. Tien minuten later werd ik gebeld. Dat het helemaal mis was. Dat ik moest komen."
Peter vroeg de ambulancebroeders of zijn vader nog een kans had. "Maar eigenlijk wist ik dat zelf ook al wel. Ik heb geschreeuwd dat hij zijn ogen open moest doen, wakker moest worden. Als hij het kon, had hij dat gedaan. Dat weet ik zeker, hij wilde ons nooit teleurstellen."
Tegen de stroom in
Peter mist zijn vader intens. "Ik was altijd bij hem, we waren altijd samen. Hij was mijn vader, mijn mentor, mijn beste vriend. We hebben samen in een diepe afgrond gezeten en zijn samen intens gelukkig geweest." Peter doelt op de lange aanloop naar het pand dat er nu staat. "Ruim tien jaar lang hebben we tegen de stroom ingezwommen. We moesten wijken voor het Waterfront en er zat een college waarvan het merendeel niet mee wilde denken over een nieuwe plek voor ons in Harderwijk. Uiteindelijk waren we moe gestreden, wilden we de handdoek in de ring gooien en stoppen. Ik wilde een wereldreis gaan maken." Toen kwam er een nieuw college en ineens was er perspectief.
"Burgemeester Van Schaik kwam naar ons toe. 'Het kan toch niet zo zijn dat het nu stopt', zei hij. Willen jullie niet nog een keer met ons in gesprek?'" Peter reed langs de hoek Knardijk / Lorentzstraat en zag het voor zich. "Nog een keer wilde ik het proberen. Ik liet een artist impression maken van ons idee. Winkel, ambacht, museum. Mensen verklaarden ons voor gek. We zouden het nooit redden zonder de aanloop van en naar het Dolfinarium. Maar het is gelukt."
En juist dat, die euforie, die trots, had hij zo graag nog langer willen delen met zijn vader. "We hebben dit hier 2,5 jaar samen gedaan. Hij zei altijd tegen me: 'ik ben eigenlijk te oud nu, ik had twintig jaar jonger moeten zijn om dit te doen met jou'. Want de droom van wat er nu is, deelden wij. Met liefde en passie verkopen en vertellen over ons product. Wij wilden hier samen oud worden. Nou ja, hij oud en ik ouder. Nu moet ik het alleen doen."
En toch, de zaak, de plek waar Peter zijn vader het meeste mist, is ook de plek waar zijn vader het dichtst bij hem is. "Het is comfortabel, een toevluchtsoord. Een plek waar ik hem kan uittekenen. Als ik twijfel, weet ik wat hij zou willen, ik kan in mijn hoofd hele gesprekken met hem voeren en dat lukt het beste hier. Waar we altijd samen waren." Peter twijfelt er niet aan dat het hem gaat lukken, de zaak zo te draaien als zij beiden voor ogen hadden. "Ik heb overal gewerkt. In viswinkels in Leusden, Apeldoorn en Rotterdam. ik heb in Noorwegen gewerkt en op het eiland Rügen in Oost-Duitsland. Ik ben de hele wereld over geweest om alles te leren over vis, met als hoogtepunt de Tokyo Vismarkt. Ik heb overal kennis opgedaan. Ik ben ervoor klaar gestoomd, ik kan dit."
Dankbaar
Tien maanden. Het lijkt gisteren en al een eeuwigheid geleden. Of hij gelukkig is? "Niet zoals ik was, maar ja, ik ben zeker gelukkig. Vooral thuis, als ik mijn vrouw en twee zonen zie, loop ik over. Ook zakelijk gaat het goed. Pappa verbond die lijntjes, van thuis en werk. En ik mis hem. Maar we zijn gelukkig en dat moet je ook een podium geven." Blijven zien wat je wel hebt, dat is zijn advies. "Elke ochtend denk ik: 'we maken er vandaag een mooie dag van'. En ik ben dankbaar, echt, voor alle tijd die ik met hem heb gehad. Het wordt elke dag een beetje draaglijker."
(FotoHage.nl)