God dank voor mijn tuin. Echt. Omdat ik verkouden ben, ga ik de deur niet uit. Een zin die ik vier weken geleden nooit dacht uit te spreken, maar, gekke tijden. Geen bos, geen speeltuin, geen wandelingetje door de buurt.
Ja, ik weet het, pedagogisch totaal niet verantwoord, maar na drie vredesonderhandelingen elk half uur, een ontplofte woonkamer (met daarin de keukentafel waaraan ik mijn verhaaltjes tik) en het verplichte schoolwerk (hoe doet een juf dat?), ben ik blij dat ik ze met jas en schoenen de deur uit kan duwen. Tractor, motor, loopfiets, stoepkrijt, beestjes, bellenblaas en buitenpicknick. Mijn tuin ziet er uit zoals mijn woonkamer een half uur geleden, maar dat is van later zorg. Ik zit en schrijf.Met twee jongens, een van vijf en een van bijna vier, zou ik op een flatje waarschijnlijk non-stop Disney draaien.
Alhoewel. In deze eerste paar zinnen ben ik al zeker acht keer naar de deur gelopen. Er zat een hommel bij de motor, de bellenblaas was omgevallen, ze kregen de koekjes niet uit de verpakking, er vloog een bij en ze hadden een zoete mond van de ranja, er was een duif en die was best een beetje spannend, of ze echt niet naar de buurman en buurvrouw mochten, ‘sorry mamma, ik heb al een druppeltje in mijn onderbroek’ en ze waren wel weer klaar met buitenspelen. Vooruit. Tijd voor Disney. Maar niet Frozen II helaas. ‘Dat is voor meisjes’.
Petronella