De overheid ondersteunt energiezuinige en milieu-investeringen van bedrijven financieel met belastingvoordeel uit de regelingen EIA, MIA en Vamil. Bedrijven die investeren in een bedrijfsmiddel op de Energielijst, kunnen via de regeling 40% van de investeringskosten aftrekken van hun winst.
Deze aftrek komt bovenop de gebruikelijke investeringsaftrek. Met de Vamil kunt u 75% van de investeringskosten willekeurig afschrijven.Met de MIA profiteert u van een investeringsaftrek die kan oplopen tot 45% van uw investeringsbedrag
Energielijst: opvallende wijzigingen 2024
De Energielijst is de basis van de regeling. Op deze lijst staan innovatieve, energiebesparende en duurzame energietechnieken en bedrijfsmiddelen die belastingvoordeel krijgen. RVO past de lijst elk jaar aan. Er zijn dan bedrijfsmiddelen toegevoegd, verwijderd of aangepast met andere eisen.
Enkele opvallende aanpassingen in de Energielijst 2024:
- Terugverdientijd
- In 2024 zijn niet langer bedrijfsmiddelen opgenomen waarvan de terugverdientijd duidelijk korter is dan 5 jaar. Door de Energiebesparingsplicht zijn bedrijven en instellingen verplicht om alle energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder uit te voeren. Deze verplichte maatregelen hebben geen belastingvoordeel meer van de EIA.
- Zonnepanelen
- Aanpassingen zijn er ook voor zonnepanelen met een elektriciteitsaansluiting voor kleinverbruikers. Vanaf 2024 geldt hiervoor een maximum vermogen van 55 kW. Hierdoor is er alleen nog belastingvoordeel voor investeringen in kleinere installaties met een hogere terugverdientijd.
- Meer voordeel voor Energielabel A++ en hoger
- Voor ondernemers die volgens de renovatiestandaard de hoogst haalbare energieprestatieverbetering voor hun bedrijfsgebouw realiseren (A++ of A+++) geldt dat het maximum investeringsbedrag is verhoogd. Daarmee wordt investeren in maximale energieprestatieverbeteringen van bedrijfsgebouwen extra aantrekkelijk.
- Nieuwe bedrijfsmiddelen. Er zijn ook nieuwe bedrijfsmiddelen opgenomen, zoals een beregeningssysteem voor landbouwgewassen en vacuümkoelers voor bakkerijen.Ondernemers kunnen de investeringsaftrek ook aanvragen voor bedrijfsmiddelen die niet specifiek omschreven zijn in de Energielijst. RVO toetst de investering dan onder andere op de terugverdientijd.
In 2024 krijgt u belastingvoordeel voor 6 nieuwe bedrijfsmiddelen. Voor 112 bedrijfsmiddelen zijn de mogelijkheden veranderd. En voor 108 bedrijfsmiddelen krijgt u geen belastingvoordeel meer.
Enkele opvallende wijzigingen in de milieulijst 2024 betreffen de Investeringen in duurzame vervoersmiddelen (mobiliteit).
- Elektrisch aangedreven bakfiets (A 3119): alleen voor zakelijk gebruik en niet als u de bakfiets ook voor privédoeleinden gebruikt.
- Oplaadpunt voor elektrisch aangedreven zware voertuigen en mobiele werktuigen (G 3721): alleen met een uitgangsvermogen van ten minste 22 kW. Dit komt door de gewijzigde AGVV.
- Oplaadpunt voor vliegtuigen (F 3722): alleen met een uitgangsvermogen van ten minste 22 kW. Dit komt door de gewijzigde AGVV.
- Hybride en 'dual-fuel' vervoersmiddelen en werktuigen: de gewijzigde AGVV stelt strenge eisen aan vervoersmiddelen en werktuigen met een fossiele brandstofmotor. Daarom krijgt u geen investeringsaftrek meer voor deze investeringen.
- Waterstofaangedreven werktuigen: de AGVV stelt ook nieuwe eisen aan waterstofaangedreven werktuigen, zoals een verbod op mogelijk gebruik van grijs waterstof. Dit valt niet te controleren. Daarom krijgt u geen belastingvoordeel meer voor deze investeringen.
- Elektrische taxi’s (E 3105): vergeleken met niet-elektrische taxi’s is de meerprijs te laag.
- Slim oplaadpunt voor elektrisch aangedreven voertuigen (G 3720): dit komt uit de beleidsevaluatie.
- Oplaadpunten als onderdeel van een gemelde investering in een voer-, werk-, vaar- of vliegtuig: door de bovenstaande wijzigingen over oplaadpunten, kan een oplaadpunt niet meer als onderdeel gemeld worden bij een investering in een voer-, werk-, vaar- of vliegtuig.