Stel, u erft van een overleden oudtante een schilderij met een taxatiewaarde van € 50.000. Zo snel mogelijk na de verkrijging verkoopt u het via een veiling. De veilingkosten bedragen € 14.000.
VraagVoor welk bedrag moet u het schilderij opnemen in de aangifte erfbelasting? Hierover heeft een kennisgroep van de Belastingdienst een standpunt ingenomen
Wordt bij het bepalen van de waarde in het economische verkeer ten tijde van de verkrijging rekening gehouden met verkoopkosten, zoals veilingkosten?
Beschouwing
Als hoofderegel dat het verkregene wordt gewaardeerd op de waarde in het economische verkeer Over wat het begrip waarde in het economische verkeer inhoudt en of verkoopkosten hierop in mindering komen, oordeelde de hoogste rechter al in 1994 ten aanzien van makelaarskosten.
De waarde in het economische verkeer is voor goederen waarvoor een markt bestaat, gelijk aan de prijs die bij aanbieding ten verkoop op de voor het goed meest geschikte wijze na de beste voorbereiding door de meestbiedende gegadigde zou zijn besteed. Hiermee strookt niet om op die veronderstelde prijs in mindering te brengen kosten die zouden moeten worden gemaakt om die verkoopprijs te realiseren.
Wat voor makelaarskosten geldt, geldt volgens de Kennisgroep ook voor andere verkoopkosten zoals veilingkosten.
Antwoord
Als het verkregene relatief kort na de verkrijging onder zakelijke condities wordt verkocht, vormt de koopprijs -uitzonderingen daargelaten- de waarde in het economische verkeer ten tijde van de verkrijging. In de casus worden de verkregen kunstvoorwerpen voor de heffing van erfbelasting gewaardeerd op € 50.000 en komen de veilingkosten van € 14.000 daarop niet in mindering.