Vader heeft een holding-BV die met name belegt in verhuurde panden. Hij schenkt in een gecompliceerde herstructurering aan elk van zijn twee kinderen € 5.000 waarmee ze ieder 5% van de aandelen van de Holding-BV kopen. De Belastingdienst corrigeert de verkoopprijs naar ruim € 500.000 en legt vader een navorderingsaanslag op.
Bij de herstructurering en overdracht aan de kinderen heeft er nooit een waardering of taxatie plaatsgevonden van de aandelen of het onroerend goed van de holding. Hoe de koopsommen tot stand zijn gekomen is onduidelijk en van eventuele onderhandelingen is niets schriftelijk vastgelegd. Dit vormt volgens de rechter een aanwijzing dat de koopsommen niet op zakelijke wijze tot stand zijn gekomen. Daarom moeten de koopsommen worden gesteld op de waarde in het economisch verkeer van de aandelen.Niet onder normale omstandigheden gesloten overeenkomst
Intrinsieke waarde
De Belastingdienst berekent deze waarde aan de hand van de intrinsieke waarde. Dat is de waarde van de bezittingen van de holding. Als een BV courant onroerend goed verhuurt aan derden, komt volgens de rechter de waarde van dat onroerend goed tot uitdrukking in de waarde van de aandelen in die vennootschap. Ter bepaling van de waarde in het economische verkeer van die aandelen is het dus passend om aansluiting te zoeken bij de intrinsieke waarde van die aandelen.
Rendementswaarde nihil?
Volgens vader moet de rendementswaarde van de aandelen op nihil worden gesteld. De holding heeft in de voorbije jaren geen dividend uitgekeerd en de kinderen kunnen als minderheidsaandeelhouders geen invloed uitoefenen op het dividendbeleid. Bovendien hebben ze geen toegang tot de uitkeerbare reserves.
Deze redenering kan de rechter niet volgen. Als de 10% aandelen van de kinderen via deze redenering nihil waard is, zou de 90% aandelen van vader de gehele waarde van de holding vertegenwoordigen. Maar de kinderen zijn wel gerechtigd tot 10% van het vermogen van de holding.
Negatieve rentabiliteitswaarde?
Ook stelt vader dat sprake is van een negatieve rentabiliteitswaarde. Het gemiddelde geconsolideerde resultaat over eerdere jaren was immers negatief. Volgens de rechter moet echter bij de bepaling van de rentabiliteitswaarde aansluiting worden gezocht bij de in de toekomst te verwachten winst.
Bedrijfsopvolgingsregeling?
Zijn de verhuuractiviteiten een onderneming in fiscale zin? Daarvoor is vereist dat de rond deze verhuur verrichte arbeid naar aard en omvang onmiskenbaar tot doel heeft het behalen van voordelen uit het onroerend goed, welke het bij normaal vermogensbeheer opkomende rendement te boven gaan. De onroerende zaken worden echter langdurig verhuurd aan dezelfde huurders op basis van huurcontacten met indexatie tegen een looptijd van tien jaar. Van ‘meerarbeid’ en ‘meerrendement’ is dan ook geen sprake. De bedrijfsopvolgingsregeling is niet van toepassing.
Let op: Bij overdracht van aandelen aan de kinderen kan de Belastingdienst de gehanteerde prijs onderzoeken en eventueel corrigeren. Vraag tijdig advies als u wilt gaan starten met vermogensoverdracht aan de kinderen. Uw adviseur kent de fiscale valkuilen en mogelijkheden.
Bron: Redactie Accountantsportal