Een psychiater heeft zijn fiscale onderneming voortgezet in BV-vorm. Zijn vrouw werkte al mee in de zaak en komt om fiscale redenen op de loonlijst van de BV, voor € 6.200 per maand en een auto van de zaak.
Ze eist ruim € 250.000 aan billijke vergoeding, gefixeerde vergoeding, transitievergoeding en autokostenvergoeding.Ze doet enkel administratieve werkzaamheden. Op enig moment gaat het stel apart wonen. Vijf jaar later volgt een echtscheiding en dan zegt ook de BV de overeenkomst met de echtgenote op
Stelling psychiater
Er was helemaal geen arbeidsovereenkomst, omdat de voor een arbeidsovereenkomst vereiste gezagsverhouding tussen partijen ontbrak. Er was een overeenkomst van opdracht. Daarom is er geen enkele grond voor de geclaimde vergoedingen.
Overwegingen rechter
Mevrouw heeft haar werkzaamheden feitelijk steeds verricht voor haar echtgenoot. Tussen echtgenoten kan juridisch wel sprake zijn van een arbeidsovereenkomst, maar dat ligt gezien de eis van een gezagsverhouding minder voor de hand. Ook in dit geval was er geen gezagsverhouding. De vrouw verrichtte haar werkzaamheden vanuit de (gezamenlijke) woning terwijl de praktijk elders was gevestigd en de man er sinds 2015 bovendien niet meer woonde. Ze kon haar werkzaamheden daardoor zonder direct toezicht uitvoeren. Zij was nagenoeg vrij in de invulling van de duur en de inhoud van haar werkzaamheden en de tijdstippen waarop zij die wilde uitvoeren. Zij was bovendien volledig vrij in het opnemen van langdurig verlof.
Destijds is er geen schriftelijke arbeidsovereenkomst opgemaakt. Dat wil niet zeggen dat er geen arbeidsovereenkomst is, het legt wel enig gewicht in de schaal ten nadele van mevrouw. Daar komt bij dat de beloning in geen verhouding staat tot het verrichte werk. Het gaat om (relatief) eenvoudige administratieve werkzaamheden op parttime basis. De beloning is zo hoog dat niet aannemelijk is dat sprake is van een zakelijke, tussen een werkgever en een werknemer gesloten, arbeidsovereenkomst.
De beloning is destijds om belastingtechnische redenen geadviseerd om de winst van de onderneming te verlagen. Voor de man maakte dat niet uit omdat deze per saldo toch onderdeel werd van het gezamenlijk inkomen. Hiermee staat voor de rechter vast dat ook de overeengekomen beloning erop duidt dat partijen geen arbeidsovereenkomst hebben gesloten.
Oordeel rechter
De rechter is het met de psychiater eens. De eis van de vrouw, € 250.000 aan vergoedingen, wordt geheel afgewezen. Ze wordt bovendien veroordeeld in de proceskosten.
Tip: In dit geval meende mevrouw een slaatje te kunnen slaan uit de opgezette beloningsstructuur. De rechter ging daar niet in mee. Een om fiscale redenen opgezette structuur kan nadelig uitpakken als de verhoudingen tussen partijen veranderen. Het is verstandig om de structuur vooraf en tussentijds te toetsen op de mogelijke gevolgen.
Bron: Redactie Accountantsportal