Het enorme voordeel van het hart op de tong hebben, is dat je zo heerlijk op jezelf kunt reflecteren.
Gehuld in door de wol geverfde lagen volwassenheid. En dat kleine meisje heeft delen van de rekencolumn gedicteerd. Het overgrote deel van de tekst schreef de leeuwin in mij, ook wel moeder genoemd. Een moeder die haar kind een andere weg gunt dan die zij zelf is gegaan. (En die weg dan ook het liefst meteen vol gas voor haar kind baant.)Ja, er zit nog steeds een klein, benadeeld, ongezien meisje diep in mij
Toen ik in de bovenbouw van de basisschool zat, kwam men net achter het bestaan van dyslexie. Een opluchting voor kinderen voor wie lezen en schrijven de hel was. Ze konden het een beetje duiden en kregen hulp. Ik was ‘gewoon’ slecht in rekenen, altijd al geweest. Tot aan groep zeven ging het nog wel, ik bedacht wat ezelsbruggetjes. Maar voor de ongelijknamige breuken was geen rijm of lied. Daar liep ik spaak. En hoe.
Mijn citoscore in groep acht was 541, één van de weinige cijfers die ik heb onthouden uit die tijd. Alle gemaakte fouten zaten in rekenen en ruimtelijk inzicht. Het advies dat ik toen kreeg, had niets te maken met wat ik aankon, maar alles met wat ik niet kon. En daar komt de pijn van toen en de angst van nu samen.
De column die ik schreef, ging over het rekenonderwijs in het algemeen, niet over specifieke scholen, juffen of meesters. De column ging over het feit dat er nog steeds gedacht wordt aan en gewerkt wordt met gemiddeldes, met scores. En dat je aan het einde van groep acht een zeker niveau moet hebben. En dat er aan een bepaald rekenniveau een zeker schooladvies hangt, dat zelden hoger is dan je wiskundig gezien aankan. En als ervaringsdeskundige wéét ik dat je dan niet tot je recht komt. Dat je niet je potentie benut. Sterker nog, je hebt geen weet van je potentieel, omdat je nooit op iets anders bent uitgedaagd dan op wiskunde, waar je in groep zeven al geen bal van begreep.
Wiskunde wordt zo ontzettend belangrijk gemaakt. Terwijl het voor de gemiddelde Nederlander voldoende is om uit te kunnen rekenen hoeveel je betaalt met een bepaald kortingspercentage. Niet hoe groot de kans is dat je spelend met zeven rode en negen blauwe knikkers, als eerste een rode goalt.
Ik snap dat basisvaardigheden nodig zijn. Echt. Maar mogen we daar onze tijd voor nemen èn in andere opzichten verder groeien?
Petronella
Lees ook:
Keer, deel, plus, min (column)