Oorlog onder de huid, een indrukwekkend beeld van de oorlogstijd

Door Marco Jansen - Na meerdere keren uitstel door corona was het vrijdag 26 november eindelijk zo ver: de première van het theaterstuk Oorlog onder de huid in Estrado. Liefst 26 repetities waren er aan vooraf gegaan. De circa 100 mensen die een kaartje hadden gekocht, zagen een indrukwekkende uitvoering van een uur en een kwartier. 

Het stuk bevatte verschillende verhaallijnen en begon met de 3,5 jarige Lia Dasberg, die met haar moeder in het park zou gaan wandelen als de was gedaan was

Voor het zover kwam, barstte het bombardement los in Rotterdam. Lia en haar moeder vluchtten de straat op. Terwijl de binnenstad brandde als een fakkel, werden zij ’s nachts opgevangen in een tuin in Hillegersberg.
 
In Harderwijk maakten Jan Foppen en Evert Brandsen als 13-jarige jongens de oorlog mee. De familie Brandsen moest vanwege de Duitsers van het Nachthok naar de Stationslaan verhuizen. De familie Foppen woonde aan de Kuipwal. Jan wilde de vliegtuigen zien boven het IJsselmeer, maar dat was geen goed idee, vond zijn moeder. Het werd echt gevaarlijk toen een huis aan de Havendam en een passagiersboot werden gebombardeerd.

Evert moest het bos in om bomen te zagen voor een Duitse opzichter. Het hout werd met de trein afgevoerd. In het weekend kreeg hij zijn geld uitbetaald bij hotel IJsselmeer. Hij verdiende nog wat bij door hout van de Duitsers uit het bos te smokkelen.
 
Ook het verhaal van de Joodse gemeenschap werd uitgebeeld. In 1943 waren 43 Joodse burgers geregistreerd in Harderwijk. Toen op 25 september 1942 de oproep kwam voor het werkkamp in Staphorst en Westerbork, moesten zij zelf hun treinkaartje betalen. Vier gezinnen doken onder, waardoor 14 Joden ineens verdwenen waren. Ook Bram en Eva doken onder, in Ermelo. Zij schreven brieven naar hun ouders, die vanaf toen ‘oom en tante’ waren, maar werden verraden; de derde brief kwam uit kamp Auswitz...
 
Ondertussen zou Lia in Rotterdam de verjaardag van haar oma vieren, maar door verraad werd iedereen opgepakt. Lia ontsprong de dans, maar haar nichtje Eva moest wel naar Kamp Sobibor. Lia overleefde als enige van haar familie de oorlog. Aan het eind van de indrukwekkende passage klonk vioolspel van Esther Kövy.
 
De bevrijdingsdans was een vrolijke scene, maar voor Jan Foppen en Evert Brandsen was de oorlog nog niet voorbij. Indonesië werd na de bevrijding van de Japanners de inzet voor de onafhankelijkheidsstrijders van Soekarno en de vroegere Nederlandse koloniale heersers. Nederland wilde Indonesië terug en voor de twee 18-jarige Harderwijkers begon de oorlog opnieuw. Als dienstplichtigen zaten ze ruim drie weken op een vrachtschip naar het verre Oosten. 

,,Mijn opa was kwaad op de regering, want wie moesten zij bevrijden? Hij heeft verschrikkelijke dingen meegemaakt. Kameraadschap en kattenkwaad vertelde hij met een glimlach, maar in zijn ogen zeg je de onuitwisbare beelden’’, vertelt kleinzoon Marijn Brandsen over de tweestrijd. ,,Het was puur overleven en als dank kregen ze van de regering een sinaasappel, banaan en een stukje chocola.’’
 
Ook op Lia drukt de oorlog nog steeds. Ze denkt bij viooltjes aan haar nichtje en als ze de kaart bekijkt herinnert ze zich het laatste levensteken van haar vader, die ‘een lange reis ging maken’. Het antisemitisme was na de oorlog nog niet voorbij. ,,Mijn zoon Ruben zei in zijn onschuld dat zijn moeder Joods was. Op de school stond ‘Ruben moet dood’ en autobanden werden verbrand, want ‘de Joden moesten ze uitroken’.
 
Evert Brandsen en Jan Foppen konden de voorstelling niet meer meemaken, omdat zij in januari 2021 overleden door corona. Speler Marijn Brandsen vond het een prachtig eerbetoon aan zijn opa. ,,Ik kreeg echt het gevoel dat opa er bij was en dat ik namens hem sprak. Je kruipt in zijn huid. Doris Goosen was bij mijn opa om hem te interviewen en vroeg of ik mee wilde doen. Ik wist toen niet waar ik ja op zei, maar ik ben heel erg dankbaar dat ik dit heb kunnen doen. De gedichten zijn ontstaan door de verhalen van mijn opa, over zijn ervaringen in Indonesië en over het vinden van een levende baby in een ledikant na een bombardement. Ik heb de stukken die ik heb geschreven een paar jaar geleden aan mijn opa laten lezen en hij vond ze ook mooi. Het is heel fijn dat ik dit voor mijn opa kon doen. Ook was het mooi om dit met een groep van fijne mensen samen te kunnen maken en brengen.’’
 
Toeschouwer Reijer Roelofsen had ook een link met het verhaal. ,,Mijn vader was net als Jan Foppen één van de bemanningsleden van de tank in Indonesië. Daar heeft Ome Jan veel over verteld en we wisten dat hij ook input had gegeven aan het stuk. Ze hebben dat goed weergegeven, net als de frustratie dat ze niet bedankt en gewaardeerd werden door de Nederlandse overheid voor bewezen diensten. Nederland handelde tegen alle VN regels in en ze moesten toch gaan. De nutteloosheid daarvan was bekend en dat kwam ook tot uitdrukking in het gedicht. Op het laatst werd Ome Jan opener en wilde meer van zijn verhaal kwijt, ook van de gebeurtenissen waar ze niet trots op waren. Het zat altijd in hun onderbewustzijn. Ook de angst en impact van wat de Joodse vrouw van dichtbij heeft meegemaakt is knap weergegeven en geeft goed weer wat er gespeeld heeft in die periode.’’
 
Ineke Arends, voorzitter Theaterwerkplaats Harderwijk, koestert dat het stuk uiteindelijk toch gespeeld kon worden. Ook de uitvoering op zaterdag kon doorgaan. De voorstelling van zondagmiddag moest echter worden geannuleerd omdat een van de spelers zich met griepverschijnselen ziek meldde. Hierdoor was de cast niet meer compleet dus besloot de organisatie tot afgelasten. Desondanks kijkt Arends met een goed gevoel terug. ,,De verwachting die ik had is waargemaakt. De getuigenis van Lia van wat er in de Tweede Wereldoorlog is gebeurd is aflopend. Zij kan het beeld nog scherp neerzetten, maar straks zijn er geen overlevenden meer. Dat stuk is heel persoonlijk en dan voel je als luisteraar ook die pijn. Ik had de tranen in mijn ogen. Dat raakt enorm en dat maakt je bewust van de waarde van het begrip vrijheid en de waarde en urgentie ervan. Dat is wat je met dit theaterstuk wilt bereiken.’’

 
Theaterwerkplaats Harderwijk heeft 25 keer gerepeteerd en na de corona onderbreking waren er nog twee keer acht repetities. ,,Het wordingsproces vinden wij belangrijk. Op 4 en 7 mei 2022 brengen wij Dam, een stuk over herdenken, buiten voor de Grote Kerk. In het najaar van 2022 (16-24 september) komt Strastosterpets, een stuk van Vincent van Miert.’’
 
www.theaterwerkplaatsharderwijk.nl


Oorlog onder de Huid
Oorlog onder de HuidOorlog onder de Huid
(Foto's Marco Jansen)

Stichting Stad als Podium

Adresgegevens

Ceintuurbaan 2
3847 LG Harderwijk

Meer info