Ik ben gestopt met roken. Op tweede kerstdag een maand. Dat is nog niet zo lang. Ik weet het. Toch ben ik hoopvol. Ik denk dat het me dit keer echt gaat lukken.
Eenmaal zwanger van mijn oudste, zes jaar geleden, ging het stoppen vanzelf. Want ik deelde mijn lijf. Toen hij ongeveer drie maanden oud was, werd roken weer een optie en ik ging voor de bijl. Een jaar later, zwanger van de tweede, stopte ik opnieuw. Om negen maanden er na weer te beginnen.Ik ben vanaf mijn twintigste een stevig verslaafde roker. Maar er is in al die jaren eigenlijk geen dag voorbij gegaan dat ik niet liever wilde stoppen. Het lukte alleen nooit. Er was altijd wel een legitieme smoes.
Ik weet niet hoe het zit met andere rokende moeders, maar ik werd verteerd door schuldgevoel. Helemaal toen ze iets ouder werden. Tegen me aan kropen op de bank en genietend vertelden hoeveel ze van me hielden. Tranen sprongen in mijn ogen. Want met elke sigaret die ik opstak, ontnam ik hen tijd met mij. Zou ik ze verdriet doen. Als ik ziek werd, was dat mijn eigen schuld. Hoe moest ik ze dat in vredesnaam uitleggen? Dat ik er voor koos iets te blijven doen waardoor ik misschien eerder zou sterven.
En drastisch nam ik een besluit. Sigaretten onder de kraan, verkruimelen en weggooien. Om twee dagen later weer bij het tankstation te staan voor een pakkie peuken. Want de reden om te stoppen, was voor mij vaak ook weer een reden om te beginnen. Schuldgevoel naar de kinderen toe, maar dan nu voor het korte lontje, de labiele moeder. Zo heb ik de laatste drie jaar wel tien pogingen gedaan. Het lukte nooit veel langer dan een week. Tot nu.
En daarom deze column. Want ik wil het volhouden. Ik wil leven, gezond en sterk zijn. Bij deze column staat een foto. Mocht je de vrouw op die foto ooit zien roken, begin dan alsjeblieft over mijn kinderen.
Petronella