Uitzendbureaus in een bepaalde branche konden zich tot 24 mei 2017 voor sociale premies laten indelen in de sector van die branche.
Meer dan 50% van de uitzendarbeid in Nederland vindt nu plaats tegen de lagere branchepremies. Dat was niet de bedoeling van deze uitzonderingsregel. Vanwege onbedoelde effecten kunnen uitzendbureaus deze uitzondering per 25 mei 2017 niet meer aanvragen. Wat is het gevolg?De branchepremies zijn namelijk 4 tot ruim 7 procent lager dan de premies in de uitzendsector zelf.
Hierover zijn op 10 juli Kamervragen beantwoord. Uitzendbureaus die op 24 mei onder de uitzonderingsregeling werkten, mogen daarmee doorgaan. Dat geldt ook voor bureaus die uiterlijk op 24 mei de uitzondering hebben aangevraagd. Deze bureaus kunnen dus goedkoper uitzendkrachten leveren dan andere bureaus. Deze ongelijkheid binnen de uitzendbranche is tijdelijk en loopt vooruit op een definitieve oplossing.
Let op: De minister wil per 1 januari 2019 een definitieve regeling waarin alle uitzendbureaus weer gelijk worden behandeld.
Bron: Redactie Accountantsportal