Door Harry Schipper –Stichting Theaterwerkplaats Harderwijk viert dit jaar haar dertigste verjaardag en doet dat met spelers, regisseurs, producenten, decorbouwers, grimeurs, licht- en geluidstechnici én natuurlijk haar publiek.
Dat kon wel eens een gezellig en druk feest worden, want de Theaterwerkplaats telt vandaag de dag zo’n zeventig enthousiaste leden. Dat hadden de drie initiatiefnemers (en regisseurs) Doris Goosen, Jacques Janssen en Arthur Vliet in november 1992 niet durven dromen, toen ze voor het eerst de koppen bij elkaar staken om voortaan hun krachten te bundelen. Tot die tijd waren er al wel wat theatercursussengroepen in Harderwijk bij het toenmalig Centrum voor Kunstzinnige Vorming ’t Klooster - voorloper van het huidige Cultuurkust.De viering is al op 17 en 18 februari met maar liefst vier totaal van elkaar verschillende eenakters op één avond in Mess Harderwijk, met na de voorstelling op zaterdagavond 18 februari een groot feest met alle spelers, medewerkers en het publiek
Samen met Gert van der Nol, Wietse Hummel en Jos Kunne richten Goosen, Janssen en Van Vliet het jaar daarop officieel de Stichting Theaterplaats Harderwijk op. Doel van de Theaterwerkplaats was ‘een podium bieden aan amateurspelers die willen werken aan het spelniveau en het vormgeven van eigen theaterproducties. Daarbij kwam de artistieke leiding te liggen bij professionele regisseurs en theaterdocenten. Het stichtingsbestuur bood daarbij ondersteuning.
Streven was om jaarlijks toch zeker drie theaterproducties te maken. In die eerste jaren nam de Theaterwerkplaats bovendien de taak op zich om voor de Catharinakapel professioneel theateraanbod te programmeren. De kapel vormde toen de thuisbasis van de spelers en regisseurs. Lange tijd was de artistieke leiding in handen van Doris Goosen. Zij leidde spelers op en begeleidde ook spelers die uitgroeiden tot regisseurs. Later ging ze, met de hulp van een nieuw bestuur, ook de uitdaging aan om meer experimenteel theater te maken.
Af en toe werd afgestapt van drie producties in een seizoen en werd er aan één productie gewerkt met en door het voltallig aantal spelers. Dat gebeurde met onder andere De Kersentuin, maar ook bij jubilea zoals bij het tien- en 25-jarig bestaan, waar respectievelijk De Repetitie en Lysisrata werden opgevoerd.
De Theaterwerkplaats werkte geregeld samen met diverse culturele maatschappelijke organisaties bij het maken van kleine producties, zoals Apollo, buurtverenigingen, shantykoor, diverse andere koren en musici. De Catharinakapel is sinds 2018 losgelaten als vaste oefen - en speellocatie. Nu vormt de theaterzaal van Cultuurkust de vaste oefenplek. Optredens zijn er op tal van plekken in de stad, waaronder Estrado en De Mess.
“We kunnen nu, dertig jaar later, terugkijken op een jaarprogrammering van mooie en gevarieerde producties”, vertelt stichtingsvoorzitter Ineke Arends. “De ambitie is onveranderd gebleven. We willen een platform zijn voor theaterkunst waar mensen met plezier samen een voorstelling maken van acteren tot decorontwerp, grimeren en geluid- en lichttechniek. De opdracht voor de komende jaren is “de standaard van kwaliteit vasthouden met de geoefende spelers en die in balans brengen met de instroom van nieuwe spelers”. De Theaterwerkplaats bracht vorig jaar met De Dam een indringende poëtische voorstelling over herdenken op de Smeepoortenbrink, met regisseur Janneke Mannee. En met de door regisseur Vincent van Miert geschreven productie Strastoterpets werd het publiek geboeid door sterk spel met een spannende plot.
Sinds een jaar is bij de Theaterwerkplaats professioneel regisseur Loes Steenbergen actief als artistiek coördinator. Steenbergen, in het dagelijks leven docent op een MBO-school in Assen, heeft zichzelf als doel gesteld om het artistiek niveau van de Theaterwerkplaats zo hoog mogelijk te houden. “Daarbij zijn we een samenwerking aangegaan met Cultuurkust”, vertelt ze. “Spelers die bij ons willen komen, maar nog geen ervaring hebben, kunnen bij Cultuurkust cursussen volgen, zodat ze eerst een goede basis krijgen”.
“Het resultaat is dat de Theaterwerkplaats beschikt over spelers van goeie kwaliteit, variërend van beginnend talent tot bijna professioneel. En allemaal met enorm veel passie”. Steenbergen zegt dat er tegenwoordig gewerkt wordt met productiegroepen die bestaan uit spelers die niet zelf aan een aankomende productie werken, maar wel telkens bij de repetities hun betrokkenheid tonen. Voor de spelers vormt deze werkwijze een goeie manier om zichzelf te dwingen om het onderste uit de kan en hun kunnen te halen”.
“Theater maken is heel leuk”, vertelt Janna Huttinga, speelster vanaf ‘het eerste uur’- 1993 dus. “Het is erg inspirerend en ik haal er heel veel energie uit”. Huttinga hoopt op 17 en 18 februari haar 29-ste voorstelling op de planken te zetten. “Dat wordt een héle bijzondere, namelijk mijn eerste zonder een woord tekst. Dat is heel nieuw voor mij. En ik heb een masker op, dus alles komt dan aan op het fysieke acteerwerk”.
Janna Huttinga is nog altijd gek van theater maken: “We maken hier theater met mensen die je zó goed kent en waarmee je een hele hecht band vormt. We zijn net broers en zussen. Dat is erg prettig, want als je speelt moet je je soms van je meest kwetsbare kant laten zien”. Een van haar meest favoriete rollen was Rotte Pietje waarin ze een hoer speelt in de voorstelling Kwaad Bloed, over de beroemde Franse dichter Arthur Rimbaud, die enkele weken in Harderwijk doorbracht.
Huttinga heeft Doris Goosen, die twee jaar geleden afscheid nam, altijd beschouwt als ‘de motor’ van de Theaterwerkplaats. “Doris gaf de Theaterwerkplaats bestaansrecht”, meent ze. “Maar ik vind het ook een geweldige uitdaging om met nieuwe, jonge regisseurs te werken. Zij komen met hele nieuwe dingen, zoals acteren met maskers en zonder tekst. Zoiets was tien jaar geleden in het theater nog ondenkbaar”. Arends verwacht met Steenbergen een artistiek leider te hebben aangetrokken die deze rol ook goed kan vervullen. “We zien nu hoe dat gaat met de ‘Vier!’; vier eenakters. Het triggert mij heel erg dat er eerst helemaal niets is en dat de spelers en regisseurs er dan mee aan de slag gaan en er samen iets moois van maken. Ik zie mezelf niet acteren, maar dat proces ernaartoe is wel héél bijzonder”.
Zelf heeft Arends goeie herinneringen aan de voorstelling Festen, een bewerking naar de gelijknamige Deense film die werd uitgevoerd in de Catharinakapel waarbij het publiek aan lange tafels genoot van een diner, terwijl ondertussen het drama zich om hen heen ontvouwt. En ook de al eerdergenoemde buitenluchtvoorstelling De Dam, die tijdens de dodenherdenking op 4 mei plaatsvond op de Smeepoortenbrink, heeft veel indruk op haar gemaakt. Als bestuursvoorzitter ziet zij het als haar rol om samen met de andere bestuursleden een goede balans te houden tussen het vasthouden van de ervaren spelers en tegelijk ook ruimte te bieden aan aanstormend talent. “Wat we het allerliefste willen is dat de Theaterwerkplaats wordt ervaren als een plek waar mensen hun talenten kunnen tonen en waar ze plezier hebben in hun spel”.