Ik vind het vervelend om zomaar ergens bekenden tegen te komen. Ik vier mijn verjaardag liever niet. Ik kan opzien tegen telefoongesprekken en ik ga niet graag naar de kapper. Ik ben het liefst alleen of met twee.
In het bos wacht ik tot de mensen voor mij uit het zicht zijn voor ik verder loop. In de kerk blijf ik liever zitten tijdens het zingen. Mijn handen hef ik in mijn hoofd naar omhoog. Ik houd van muziek, maar niet van concerten. Behalve bij klassiek.Mijn kinderen zijn de enigen die ik altijd om me heen kan hebben
Op het schoolplein sluit ik niet aan bij groepjes, ook niet als ik iedereen daaruit aardig vind. Hetzelfde geldt voor het voetbalveld en de badminton. Ik zou best mijn nagels willen laten doen of een gezichtsbehandeling boeken, maar de koetjes en de kalfjes houden me tegen. Ik heb vrienden, maar zie ze zelden tegelijkertijd. De leukste stapavonden gebeurden spontaan, ik ga er tegenop zien als ze gepland zijn. Ik denk teveel of ben te stil. Als ongemak een smiley had, zou ik die voor de spiegel oefenen.
Ik dacht altijd dat ik net iets anders bedraad was. Een beetje mensenschuw, een halve kluizenaar. Maar nu, ergens tussen de zomer en herfst van het leven in, weet ik dat ik gewoon een introvert ben. Uitbundig van binnen, diepe wateren aan de buitenkant. Eindelijk doe ik iets volgens het boekje.
Petronella