Aan het begin van mijn twintiger jaren, tussen twee banen in, werkte ik tijdelijk als kamermeisje bij een NH hotel in de buurt. Tempo team bemiddelde, weet ik nog. Ik ben nu achterin de dertig, dus laten we zeggen dat het vijftien jaar geleden is. Ongeveer. Misschien ietsje meer.
Ze was van mijn leeftijd, misschien iets jonger nog, gekleed in een gedistingeerd mantelpakje. Ze nam mij van top tot teen op. “Het lijkt me een heel net meisje, ze heeft alleen wel een neuspiercing”, klonk het.Toen de deal over mij gesloten werd, zat ik tegenover de intercedente
Er kwam een weerwoord en zij van tegenover was even stil. Ze legde een hand over het mondstuk en vroeg: “Vind je het vervelend als de piercing er uit moet?” Als ik had gekund, had ik één wenkbrauw opgetrokken, want zo voelde ik me, maar helaas, ze schoten allebei de lucht in. Ik voelde aan het kleine knopje in mijn linkerneusvleugel en zei: “Dat lijkt me niet echt nodig.” Mijn weigering werd me niet in dank afgenomen, maar gelukkig was er verder niemand die de lakens uit wilde delen en mocht ik de volgende dag op audiëntie. Lang verhaal kort, ik heb mijn cv aangevuld met een paar maanden housekeeping en het, genderspecifieke, uniform leidde de aandacht zodanig af dat niemand oog had voor mijn neus.
Vijftien jaar geleden. Het lijkt een eeuwigheid, maar het is niet eens een generatie. Vijftien jaar geleden was je met piercing nog een halve nozem. Ging men er van uit dat je als meisje wel een rok wilde dragen. Had je maar twee hokjes bij ‘geslacht’ en werd er zoveel mogelijk geüniformeerd.
Voor sommigen gaat het niet snel genoeg, voor anderen gaat het veel te snel. Maar kijk eens naar waar we vandaan komen.
Petronella